Nederland dagboek 20210828

Entree Noorder begraafplaats

Eeuwige nostalgie


Het is vandaag zaterdag 28 augustus 2021 en ik rijd in mijn auto de 130 kilometers naar Amsterdam. Lang geleden is het dat ik deze route gereden heb. Vroeger ging ik wel vaker naar mijn geboorteplaats Amsterdam en dan combineerde ik dat met een wandeling door het centrum of een bezoek aan een grote cd-winkel midden in dat centrum. Die winkel bestaat al enkele jaren niet meer, waarschijnlijk vanwege de afgenomen omzet in cd’s. Zeker in verband met de coronacrisis van de afgelopen twee jaar, heb ik drukke plaatsen vermeden en het centrum van de hoofdstad helemaal. Zo komt het dat ik al twee jaar niet meer op de begraafplaats in Amsterdam Noord geweest ben, waar mijn beide ouders al velen jaren geleden hun laatste rustplaats hebben gevonden. Nu voel ik toch een behoorlijke drang en nieuwsgierigheid om te zien hoe het stukje grond, waarvan ik tenslotte huurder ben, er bijligt.

Soms geniet ik van lange autoritten en zeker als ik ondertussen door de radio onderhouden word met wat zinnige informatie. De nieuwszender Radio1 heeft daarom mijn voorkeur boven alle muziekzenders. Zo hoor ik dat men vandaag speciale aandacht besteed aan de precies honderd jaar geleden geboren W.F. Hermans. Wel vaker heb ik die naam gehoord en het is één van de grootste en belangrijkste Nederlandse schrijvers uit de vorige eeuw. Helaas heb ik nooit een boek van deze beroemde Hermans gelezen en gaandeweg de rit neem ik mij voor dat ik in de bibliotheek toch eens boek van W.F. Hermans moet gaan zoeken. Een paar kilometer verder realiseer ik mij dat het niet alleen deze W.F. is die vandaag een honderd zou zijn geworden, maar ook mijn vader zou vandaag zijn honderdjarige verjaardag gevierd kunnen hebben, als hij nog geleefd had. Maar helaas de achtenzeventig jaar heeft hij net niet gehaald.

De route naar Amsterdam ken ik blindelings en ik heb er geen routeplanner of ANWB borden meer voor nodig. Zodra ik via afrit 116 de ringweg A10 verlaten heb, ziet het er toch allemaal wat anders uit als ik mij herinner. Veel nieuwe en recente bebouwing en wegen die anders lopen dankzij de pas aangelegde noord-zuid metrolijn. Dat alles maakt dat ik niet kan bouwen op de oude routine, maar goed moet opletten hoe ik nu moet rijden. Op mijn richtingsgevoel weet ik wel waar de begraafplaats ligt, maar de wegen erheen liggen nu anders. Daarom ben ik opgelucht als ik toch ergens een klein verwijsbordje ontdek dat de juiste richting naar de Noorder Begraafplaats wijst. Ook die naam is veranderd, het heet nu de Nieuwe Noorder. Enigszins nerveus zoek ik mijn weg en hoop geen van de subtiele kleine bordjes te missen. Om me beter te concentreren laat ik Radio 1 zwijgen. Ik word afgeleid door nieuwe en hoge appartement- en kantoorgebouwen die er twee jaar geleden nog niet waren. Blijkbaar mis ik toch een van de verwijsbordjes, misschien verscholen achter een boom, want opeens zit ik op een weg naar de brug die over het Noord-Hollands kanaal gaat. Keren gaat hier niet. De brug gaat ook net open, om doorvaart van een schip mogelijk te maken. Pas aan de andere kant van het kanaal lukt het om te keren en ik neem de brug in omgekeerde richting. Dan pas zie ik een bordje wat ik gemist heb en zo vind ik snel de vertrouwde weg die langs de juiste oever van het kanaal naar de begraafplaats leidt.

Nog spannender vind ik het om de weg te vinden op de begraafplaats om het plekje van mijn ouders te vinden. Nogmaals voel ik het hiaat van mijn twee jaar afwezigheid. Met een bonkend hart zoek de route over de grindpaden en tussen de graven, waar was het ook al weer? Ik ben op zoek naar herkenningspunten, maar ik vind ze niet. Een grafnummer ken ik niet, dus ik kan het ook niemand vragen. Als ik me realiseer dat ik verkeerd loop, slaat de paniek een beetje toe. Dan bedenk ik mij dat het gezochte graf aan de rand van de sector lag, vlak voor een lange haag en een bomenrand. Die haag zie ik wel, dus het enige wat ik moet doen is die haag volgen en zo kom ik er uiteindelijk.

Steeds vraag ik mij af hoe ligt het erbij, hoe doen de planten het die ik destijds geplant heb? Hoe is het met het mini hegje dat ik om het graf geplaatst heb, is dat gesnoeid? Pas als ik de bekende steen zie, kom ik weer tot rust. Ja, die steen staat nog steeds scheef. Al velen jaar helt die witte steen wat voorover. Weer rechtzetten is mij nooit gelukt. Helaas zijn de letters op de steen behoorlijk aan het vervagen. Die steen staat er al eenendertig jaar, sinds het overlijden van mijn moeder. Het mini hegje lijk keurig geknipt en op gelijke hoogte, maar helaas is het geheel bruin. Waarschijnlijk is het dood, ondanks de verzorging van de hoveniers. Zou ik een nieuw hegje moeten gaan planten? De grote plant in het midden doet het nog steeds goed. Dacht dat dit een rododendron was. Zittend bij het graf neem ik wat rust, denk aan het verleden en haal wat toevallige opkomende herinneringen op. Dan pas realiseer ik mij weer dat het vandaag de honderdste geboortedag van mijn vader is en opeens leg ik de relatie met die W.F. Hermans. Vader had vandaag honderd jaar kunnen zijn, het lijkt een eeuwigheid. Als je dat heel langzaam zegt, lijkt het nog langer.

Om nu al terug te rijden is het nog te vroeg en ik besluit tot een wandeling naar mijn oude buurt in Amsterdam Noord waar ik gewoond heb. Door het Noord-Hollands kanaal te volgen kom ik bij de oude draaibrug over het kanaal. Vroeger was dat een gammele houten brug die, als er boten door moesten, door de brugwachter met een slinger opengedraaid werd. De twee brughelften aan beide zijden draaiden dan tergend langzaam uit elkaar. Nu zie ik dat het slingermechaniek vervangen is door een hydraulische installatie. Die brugwachter zal er ook wel niet meer zijn.

Aan de andere kant van het kanaal ligt Het Park. Daar heb ik vroeger vele zondagmiddagen met mijn vader en de hond gewandeld. Toen leek dat park mij oneindig groot en een wandeling helemaal naar het uiterste einde van het park duurde eindeloos lang. Nu lijkt het veel kleiner en ook die gezellige grindpaden met kleine knerpende kiezeltjes zijn nu vervangen door asfaltpaden en zijn het domein van de fietser en skaters geworden. Wat er wel nog is, en dat doet weer herinneringen boven komen, is het voetbalveld midden in het park. Mijn lagere school lag in één van de omliggende straten en bij de gymles en als het goed weer was, moesten we daar van de gymleraar voetballen. Ja, “moesten”, in mijn beleving, want voetbal is nooit mijn hobby geweest of geworden. Dat veld ligt er nog en er staan nog steeds twee stalen geraamtes die een doel kunnen voorstellen en ook de heg om het veld en het trappetje omlaag naar het veld is er nog. Daar bij dat trappetje installeerde de gymleraar zich met zijn lunchpakket, terwijl wij werden geacht te voetballen.

Verder gaat mijn nostalgische tocht door mijn oude buurt op weg naar het marktterrein op wat vroeger het Mosveld heette. Toen een dagelijks open marktterrein met houten kraampjes en nu is het volgebouwd met een winkelcentrum en daarboven appartementen. Het is blijkbaar de vernieuwing en vooruitgang van de buurt. In de omliggende straten kijk ik naar de winkelpanden en het valt me op dat in al die winkels nu heel andere zaken zitten. Van bijna ieder pand waar ik langs loop, weet ik nog precies wat voor soort zaak er in ‘mijn tijd’ in zat. Opvallend veel eethuizen en eetcafés zie ik nu, dat was hier vroeger niet. Wat hier vroeger ook niet was, zijn die parkeerautomaten, in mijn tijd bestond er geen betaald parkeren.

In overpeinzingen verzonken wandel ik terug in de richting van de begraafplaats, waar ik ergens mijn auto heb staan. Onderweg naar huis laat ik de auto de radio uit, om nog eens de eeuwigheid te laten bezinken.

<< vorige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . volgende >>

Reacties zijn gesloten.