In mijn pogingen om meer van Suriname te zien dan alleen het centrum van Paramaribo ga ik op mijn vrije zaterdag een dagje naar Berg en Dal. Via een kennis die in de reiswereld zit, had ik deze tip gekregen. Geregeld vertrekt er een bus van Hotel Krasnapolsky naar Berg en Dal voor een dagtrip. In principe bedoeld voor de hotelgasten van Krasnapolsky en gratis, maar nu is het ook voor anderen te boeken voor $20. Het is zo nieuw dat de dame op het reisbureau eerst haar collega moet bellen voor informatie. De busrit gaat naar het Adventure Centre in Berg en Dal, maar het eco-resort ligt er op loopafstand van verwijderd. Ik had een bus vol met Nederlandse families verwacht, maar de bus wordt gevuld met 15 Surinamers, zoals ik later begrijp allemaal werknemers van de Hakrin Bank op een bedrijfsuitje. Er gaat een koelbox en proviand mee voor onderweg. Ik ben de enige buitenstaander en men is zo aardig om op de heenweg mij ook een broodje, ham-kaas-gebakken ei, en een pakje sap aan te bieden. De rit naar het zuiden gaat over de Afobakkaweg die pas sinds twee jaar geasfalteerd is. Gaandeweg gaat het oerwoud steeds meer de omgeving domineren. Hier en daar langs de weg liggen kleine nederzettingen op witte zandgrond. Het zijn steeds maar een paar houten huisjes op palen. De rit duurt anderhalf uur en ik kom helemaal tot rust, vandaag hoef ik helemaal niets te doen, alleen relaxen in Berg en Dal. Het eindpunt van de bus is het Adventure Centre, maar ik heb nog even geen behoefte aan kayaken, aan canopy, of aan de Tarzan Swing. Mij trekt het zwembad in het resort meer. Aan de receptie van het Adventure Centre wijst een vriendelijke mevrouw mij het pad naar het resort gedeelte. “Langs het bordje wandelpad naar resort, langs het oude gebouw, dan over het bruggetje, maar er zit wel een heuveltje in hoor!” Direct al waan ik mij in het oerwoud op het smalle pad met dichte begroeiing. Rechts van mij heb ik vaak een blik op de brede Suriname rivier tussen de bomen door. Het is maar een kwartiertje over het junglepad met een klim en een afdaling en veel te snel ben ik op het resort. Het is een prachtig aangelegd bungalow park in de bossen. Een paar bungalows zijn schitterend tegen de berg aangebouwd en alleen bereikbaar met een lange trap. Het lijkt prachtig om hier een keer te overnachten, maar de prijzen in dollars zijn behoorlijk hoog. Het hart van het park met zijn lobby, restaurant en dergelijke ziet er keurig aangeharkt uit. Ik klop aan bij de balie van de receptie, om me aan te melden en te informeren wat er te doen is. Dat is heel weinig, je kunt relaxen aan de rivier, naar het zwembad gaan en om 13 uur is er een lunchbuffet. Dat zijn de hoogtepunten en het past in mijn plan om vandaag niets te doen. Oh ja, er is ook nog de mogelijkheid voor een massage, maar dat kost ook minstens $50. Omdat ik beslist het zwembad in wil, koop ik hiervoor een kaartje ter waarde van $10. Eerst maar eens een kop koffie bestellen en met de zwarte Puro koffie kijk ik vanaf het terras uit op de stromende Suriname rivier. Tijdens de koffie bestudeer ik de zojuist verstrekte folders. Af en toe passeert er een korjaal op de rivier en dat is het dan.
Tijd om het zwembad te gaan verkennen, want daar was ik eigenlijk voor gekomen. Het badje is prachtig gelegen met uitzicht, uiteraard op de rivier. Het is zo gebouwd dat het haast lijkt of het zwembad doorloopt naar de rivier. Waarschijnlijk is het een paar jaar geleden dat ik gezwommen heb, dus ik moet het weer eens proberen. Behalve ik, is er verder niemand bij het zwembad. Zo kan ik rustig het water in vanaf het ondiepe deel en met het water weer vertrouwd raken. Diep is het niet, op het verste punt maar 1.50 meter. Snel voel ik me weer thuis in het water dat een prettige temperatuur heeft. Alleen door de geringe diepte en afmetingen van het bad heb ik vaak dat bij het keren mijn voeten pijnlijk over het ruwe beton schuren. Het lunchbuffet is niet spectaculair, het is saotosoep, bami met groente, kip en vis, tot slot een stukje taart. Voor die $17.50 die ik betaald heb, vind ik dat ik het recht heb om twee keer op te scheppen. Ook tijdens deze druk bezochte lunch zie ik geen enkele Nederlander, het lijken hier allemaal Surinaamse toeristen te zijn die hier voor een of meerdere dagen zijn. Na de lunch ga ik maar weer naar het zwembad voor nog een paar rondjes en dan laat ik mijzelf opdrogen in de schaduw van een parasol. Het stukje oerwoud op de wandeling van deze morgen wil ik nogmaals bekijken, maar nu beter. Heel rustig en goed om mij heen kijkend waan ik mij weer in het oerwoud en neem de tijd voor foto’s van de natuur. Oorspronkelijk was Berg en Dal een plantage met een dorpje bestaande uit slechts een paar huizen en een kerk. Daar is nu weinig meer van over. De houten huizen verkeren in vervallen staat en de kerk is verwoest. Het staat allemaal uitgelegd op een informatiebord in de lobby van het resort. Alleen de kerkklok is bewaard gebleven. Het is de moeite waard om een wandeling te maken langs de huisjes die op instorten staan. Zelfs het bord “heritage village” is bouwvallig. Zo maak ik de tijd vol totdat de bus om 17 uur weer vertrekt naar Paramaribo. Op het overdekte terras, met golfplaten, van het Adventure Centre drink ik nog een Fernandes Green Punch tegen de dorst. Ik zit hier net en dan valt er een hevige bui uit de donkere wolken aan de lucht. De bus voor de terugreis naar Paramaribo komt aangereden en ik vind het een goed bestede dag waar in ik eigenlijk helemaal niets gedaan heb. Dat bevalt wel goed.
De Kerkklok
Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname beeindigd. Kort na het afschaffen van de slavernij is het grootste deel van de Berg en Dal plantage verkocht aan de Duitse Hernnhuter Brudergemeine. Deze Evangelische Broedergemeente kocht de plantage Berg en Dal met als doel een hoofdzendingspost voor het zendingswerk aan de Boven-Suriname rivier te stichten. De klok is dan ook een geschenk van de Duitse de Hernnhutter Brudergemeine. Deze Evangelische Broedergemeente heeft 35 kerkklokken geschonken aan Surinaamse kerken, waaronder een kerkklok aan de plantage Berg en Dal. Berg en Dal bestond rond 1870 uit een herenhuis, directeurhuis, klein hospitaaltje, timmerloodsen, kostgronden en enig vee.
Op 28 juni 1912 werd de nieuwe kerk ingewijd. De kerk waarin de kerkklok zich bevond werd in die tijd ook gebruikt als schoolgebouw voor de kinderen die op Berg en Dal woonden.
Tijdens de Binnenlandse Oorlog in Suriname raakte Berg en Dal praktisch onbewoond, veel huizen zijn destijds leeg geplunderd, maar niet vernietigd. In 2003, op 26 december om 14:20 uur is de kerk na 91 jaar in elkaar gestort. De bewoners die destijds op Berg en Dal woonden hebben de klok in stand weten te houden. Sinds de opening van Berg en Dal bleef de klok in de lobby en werd 3 keer geluid bij aankomst van gasten die per boot aankwamen. De kerkklok staat vanaf 2015 in de lobby van het resort.