Vertrek
De weken tussen het vastleggen van de definitieve vertrekdatum en de vlucht naar Paramaribo ervaar ik als een vreemde droom. Bij het wakker worden verwacht ik te ontwaken in de wereld van vroeger toen ik gewoon gewoon op mijn werk verwacht werd. Toch blijk ik dan in de reële wereld te leven. Als ik dan veel te vroeg wakker word en ik denk aan de lijst van dingen die vandaag gedaan moeten worden, vraag ik mij af waarom ik dit avontuur ben aangegaan. Wat was het toch simpel geweest als ik gewoon niets had ondernomen en verder gegaan was met het gezapige levensritme zonder verdere vooruitzichten. Lang in bed liggen lukt niet en na een snel ontbijt begin ik aan de dag. ‘s Morgens met de computer e-mails sturen, lijstjes maken en lijstjes afwerken. Zo maak ik bijvoorbeeld gedetailleerde lijsten met alle contacten die ik mogelijk nodig zou kunnen hebben in Suriname. Inpaklijsten en actielijsten zijn de basis voor mijn verdere dag. In deze drie weken is het of ik intenser leef dan in de jaren ervoor. Het bezoek aan vrienden en familie, waarvan ik een aantal al een paar jaar niet gezien heb, doet mij goed. Die bezoeken overal in het land zijn hartverwarmend en maken dat ik mij geen enkel ogenblik verveel. Maar het afscheid van al die mensen kost mij moeite, vaak kan ik de tranen niet tegenhouden. Het is onzin, want ik ga maar een jaar weg en sommige mensen heb ik al tien jaar niet meer gezien. Op weg naar huis voel ik mij dan steeds iets minder eenzaam, wetend dat ik in Nederland mensen heb die aan mijn zijde staan.
De week voor het vertrek ervaar ik een nervositeit die ik niet van mijzelf gewend ben. Vergeetachtigheid schijnt het gevolg te zijn. Zonder bankpas sta ik met een karretje met spullen bij de kassa. “Zet u het karretje daar maar even weg”. Even later sta ik zonder sleutels voor de deur van de omroep in Groesbeek. Allemaal een teken om het wat rustiger aan te doen. Even ademhalen tot diep onder in de buik, dan even vasthouden en dan langzaam uitademen. Nog even en dan heb ik de laatste yoga-les. Docente Corla is van mijn reisplan op de hoogte en steunt mij volledig. Na de laatste les geef ik haar een doos rumbonen uit Jamaica cadeau. Met een kopje Yogi-thee neem ik afscheid van haar.
Tegen mijn atletiektrainer Richard had ik gezegd dat ik de dinsdag voor het vertrek mogelijk nog voor het laatst op de training zou komen. Door mijn tijdschema en afspraken gaat dat niet meer lukken. Om toch zonder enig afscheid weg te gaan, kan ik niet. Daarom rijd ik langs zijn huis en schuif een dikke enveloppe door de brievenbus. Voor Richard heb ik een extra afdruk gemaakt van het hoofdstuk over hardlopen uit mijn recente boek met mijn levensverhaal tot nu toe. Misschien kan hij dat waarderen. Het is ook een week voor vertrek dat ik afscheid neem van mijn huishoudster, maar dan voor altijd. Het is gebleken dat zij mij vele jaren bedrogen heeft door mijn huis nauwelijks schoon te maken, maar heel kort aanwezig te zijn en alleen haar loon mee te nemen. Doordat ik nu vaker thuis ben en ook met daglicht, vallen de plekjes op die zij “vergeten” is. De laatste dagen thuis besteed ik aan het meest noodzakelijke schoonmaakwerk. Moet ik als ik terug kom nog wel een huishoudster nemen?
De laatste dag voor het vertrek is een logistieke puzzel. Al het voedsel moet op, of opgeruimd zijn. Er mag geen vuile was meer zijn en al het afval moet weggewerkt zijn. Op de laatste avond leeg ik een zakje met afval in een openbare afvalbak bij de bushalte. Probleem opgelost.
De korte nacht voor het vertrek slaap ik wonderbaarlijk goed, maar ik ben wel al wakker voordat de wekker om vijf uur af zou gaan. Mooi op tijd staat om zes uur de taxibus voor de deur. Ik ben de enige passagier voor de rit naar Schiphol. De chauffeur maakt zich erg druk of we nu wel of niet in de file terecht komen, of dat we voor de file uit kunnen rijden. Misschien komt het wel vast te staan bij Tiel of Geldermalsen. Het lijkt wel een obsessie van de chauffeur. Maar hij wil ook zo snel mogelijk thuis zijn nadat hij mij heeft afgezet. De chauffeur praat veel, ik heb behoefte aan stilte. Op Schiphol blijkt dat ik toch nog 20 euro moet bijbetalen voor het vervoer van mijn extra koffer in de verder lege bus. Dan blijkt dat de chauffeur mijn 50 euro niet kan wisselen. Terwijl de bus buiten met mijn bagage er in blijft wachten, ren ik de vertrekhal in om snel 20 euro uit een geldautomaat te halen. Als ik met de bagagekar met drie stuks bagage de vertrekhal binnenrijd, voel ik mij nerveuzer dan ik ooit was op Schiphol. Zouden ze mijn tas die echt op de limiet zit met de afmeting en gewicht voor ruimbagage wel accepteren? Na de incheck en de bagage “drop-off” kom ik tot rust bij één van vele cafetaria’s met een broodje als tweede ontbijt en een grote koffie. Ik heb alles gedaan wat ik dacht dat ik moest doen. Als ik iets vergeten ben, dan is het nu te laat en kan ik er niets meer aan doen.
Het telefoontje gisteren uit Suriname, van directeur meneer Anwar, stemt mij gerust dat alles voor mijn komst is voorbereid. Als ik aankom op de luchthaven van Paramaribo zal ik de onderdirecteur, meneer Faiq, bellen met mijn pas aangeschafte mobiele telefoon. Ook wat betreft de mobiele communicatie gaat er een wereld voor mij open.
In het busje van de luchthaven Zanderij naar het gebouw van Sky Radio in Paramaribo, komt Suriname voor mij weer tot leven. De twee andere dames in het busje zijn Suriname kenners. Beiden hebben ze hier meerdere jaren gewoond en nu zijn ze op herhalingsbezoek. Van hun krijg ik bruikbare tips over huisvuil, gasbommen, Surinaamse rijbewijzen en fietsverkoop. De chauffeur zegt: “De Ormosiastraat, bij Sky Radio, bij meneer Faiq ?”. Ik weet het zeker, het komt allemaal goed.