Schoolbanken
Het is al heel wat jaren geleden dat ik de schoolbanken en collegezalen heb verlaten, maar toch droom ik er nog wel eens over. Vaak gaat het dan over een examen, dat maar niet wil lukken. In mijn droom zit ik dan aan een tafeltje in een examenzaal en ben ik bezig een examen te maken. Een grote zaal ergens op de universiteit en vol met tafeltjes met medestudenten. De opgaves zijn uitgedeeld en er wordt toezicht gehouden door zaalwachten. De betreffende docent is nergens te vinden. Zijn vertegenwoordiging is er in de vorm van de aan elkaar geniete vellen papier waarop de opgaves staan. In mijn dromen raak ik vaak aan het eind van die twee uur examentijd in paniek. Op het laatste moment zie ik dan dat ik een opgave helemaal verkeerd geïnterpreteerd heb en dat ik opnieuw moet beginnen, maar er zijn nog maar vijf minuten over. Of ik heb een gebrek aan papier, al mijn A4 vellen heb ik al vol geschreven, maar alleen nog in het klad. In andere dromen heb ik een opgave wel al gemaakt op een kladpapier, maar als er nog maar enkele minuten over zijn, realiseer ik mij dat ik die uitwerking nog netjes moet overschrijven. Maar dan kan ik mijn uitgewerkte opgave nergens meer terugvinden in de papierchaos. Tegen het eind van de examentijd wordt het onrustig in de zaal, studenten leveren hun werk in en gaan weg, ik ben nog zwetend bezig. Het wordt rumoerig in de zaal en ik kan me niet meer concentreren. Ik weet hoe ik de opgave moet maken, maar ik kan de oplossing niet gestructureerd op papier krijgen door de herrie in de zaal. Dan zou ik willen schreeuwen om stilte, meestal is dat het einde van mijn droom. Als ik wakker word, besef ik dat het allemaal verleden tijd is.
Toch heb ik de afgelopen maanden weer vrijwillig plaatsgenomen in de schoolbanken. Nu niet op een universiteit, maar in het Regionaal Opleiding Centrum bij mij in de buurt. Als voorbereiding op een tweetal reizen naar Spaanstalige landen, heb ik me opgegeven voor een beginnerscursus Spaans in de avonduren. In het moderne gebouw wordt onderwijs gegeven in praktijkgerichte beroepsopleidingen. Zo is er beneden in het gebouw een leuk restaurant, waar achter in de keuken aanstaande koks in opleiding zijn. In het luxe ingerichte restaurant loopt horecapersoneel in opleiding rond. Het leuke is dat je er kunt eten als ware het in een vier sterren restaurant, maar tegen de prijs van wat je in een cafetaria betaalt.
De cursusavond Spaans combineer ik met een drie-gangen diner vooraf in het opleidingsrestaurant. Er is geen menukaart, maar je krijgt wat er deze week op het lesrooster van de koks in opleiding staat. De behandeling van de gasten is alsof je in een uiterst luxe restaurant komt. Toch is het grappig en aandoenlijk als je de jonge serveersters in opleiding aan het werk ziet. Ze doen hun best, maar weten nog niet alles. Ik kom binnen en krijg een tafel toegewezen. Na een poosje hoor ik dat de serveerster ingefluisterd krijg: ‘… hé, psst… je moet vragen wat die meneer wil drinken ….’. Beleefd, maar toch enigszins verlegen komt de jonge serveerster het menu van deze avond uitleggen. Duidelijk ingestudeerd, maar nog net niet voldoende om het vlekkeloos en rap op te zeggen. De kwaliteit van het eten is uitstekend en smaakvol en met drie gangen ga je zeker niet met honger weg. Er gaat nog wel eens wat fout in het restaurant, maar dat is juist leuk. Opeens krijg ik een bakje water met citroenschijfjes geserveerd, “voor uw handen”. Ik eet met degelijk en scherp bestek van een stevig stukje vlees. Even later wordt het bakje water weggehaald door een docente, “sorry, dat is niet voor u”. Als dessert een kaasplankje vandaag. Op een karretje wordt er een assortiment kaas voorgereden door de leerlinge. De docente komt er achteraan. Ik zeg nog dat ik alleen oude kaas lust, als ik de verschillende soorten schimmelkaas op het karretje zie liggen. De leerlinge raakt enigszins in paniek, maar de docente zegt: “ dan rangschik je toch gewoon alleen blokjes oude kaas op het plateau”. Snijden van de stugge oude kaas gaat de leerlinge lastig af. “Je moet snijden in plaats van duwen”, zegt de docente. Als ik het bordje krijg, complimenteer ik het serveerstertje met de creatieve rangschikking van kaas, nootjes en druiven.
Het diner in het opleidingsrestaurant sluit mooi aan op de cursus Spaans in een van de vele lokalen op de tweede verdieping. Met dertien medestudenten volg ik de beginnerscursus Spaans in veertien lessen. In die anderhalf uur les heerst er altijd een gezellige stemming. Aan het begin van de les wordt door de docent het huiswerk overhoord. Vroeger was ik op school altijd gespannen of ik wel of geen beurt kreeg. Nu in deze vrijwillige cursus, zonder examen of cijfers, overheerst de ontspanning. Toch blijkt altijd weer dat ik ondanks een paar uur besteding aan het huiswerk, toch nog niet voldoende geleerd heb. De docent overvalt ons aan het begin van de les altijd met vragen als: “Cóme se dice: ik haal mijn vriendin op van het station, want de trein komt om drie uur”. Peinzend stamelt de cursist die die beurt krijgt de Spaanse woorden bij elkaar. Ik voel dat iedereen in het leslokaal meedenkt om deze zin in de tegenwoordige tijd te vertalen in het Spaans. Als met een soort telepathie sturen we de medestudent naar de juiste woorden. Het Spaans is heel makkelijk zegt de docent altijd, alleen maar regeltjes. Toch moet hij steeds weer uitzonderingen op meervoudsvormen, vervoegingen en manlijk of vrouwelijk uitleggen. Na enkele weken zijn we nu gevorderd tot een beperkte vorm van onderlinge communicatie in het Spaans, zoals het kunnen voorstellen aan elkaar, vragen wat voor werk je doet en waar je vandaan komt. Om vloeiend Spaans te kunnen spreken zal er nog heel wat studie en praktijkervaring nodig zijn. Deze beginnerscursus legt in ieder geval een basis om je een beetje beter thuis te voelen in een Spaanstalig land. Hasta la proxima semana!