Nederland dagboek 20221029

Toeval


Op deze zaterdagochtend loop ik weer door de stad en doe mijn gebruikelijke dingetjes voor de zaterdag. Ik ontbijt uitgebreid in een café, lees daar de krant, doe wat boodschappen en bezoek de bibliotheek. Zonder enige hoop of verwachting loop ik weer richting de beddenspeciaalzaak, omdat ik nog steeds in afwachting ben of mijn nieuwe bed ooit geleverd zal gaan worden. Als ik de winkel nader, zie ik een fiets voor de deur staan, dat is al vreemd. Dan zie ik een manspersoon naar buiten komen en de winkeldeuren met een sleutel afsluiten. Dat is helemaal eigenaardig op een zaterdagochtend rond elf uur. Toch moet dat dan de eigenaar van de beddenwinkel zijn die ik al bijna twee maanden tevergeefs heb proberen te benaderen. Dus dit is mijn kans en ik trek een sprint naar de winkel. Nog net kan ik de persoon aanspreken voordat die weer op de fiets stapt. “U bent toch … de eigenaar van deze zaak?” vraag ik “Jazeker, en uw naam is?” antwoord de man die overduidelijk zich niet gezond voelt en er ziekelijk uitziet. Ik noem mijn naam en dat ik blij ben dat ik nu eens iemand van deze zaak echt kan spreken. “Komt u dan maar even binnen,” is het antwoord en de winkeldeur gaat weer van slot. Eenmaal binnen, excuseert hij zich door de verlate levering door allerlei omstandigheden, maar deze week zou er echt geleverd kunnen worden, want de poten voor onder de bedbodem waren nu ook binnen. Echter, de definitieve afspraken over de aflevering zou ik met zijn broer moeten maken, die was onderweg en zou pas over een uur in de winkel kunnen zijn. Nogmaals geeft hij honderd procent garantie dat het deze week in orde komt: “Maar bespreekt u dat met mijn broer.” Deze eigenaar sluit de winkel weer af en ga nog een kop koffie drinken en neem vast een vervroegde lunch in een ander café in de stad.

Inderdaad, ruim een uur later tref ik in de beddenzaak, waar sinds zojuist weer de buitendeur openstaat de broer, oftewel de knecht van de zaak. Tot mijn verbazing lukt het nu wel om een leverafspraak te maken voor aanstaande donderdagmiddag. Alles is op voorraad en kan geleverd worden en ook mijn oude bed kan afgevoerd worden. Nogmaals worden er excuses uitgesproken voor de onzekerheid in de afgelopen periode. Dan vraagt hij opeens: Wat drinkt u?” Ik verwacht niet dat hij me hier in de zaak iets aanbied, dus ik antwoord ontwijkend: “Nou, water koffie en thee.” “Dat is jammer, anders hadden we donderdag een fles wijn meegenomen”. Dan bedenk ik me dat ik deze suggestie moet uitspelen en antwoord: “Wat ik misschien wel kan gebruiken is een matrasbeschermer, die ik nu heb is al zo oud en past niet bij het iets grotere matras.” “Geen probleem, dan nemen we ook een matrasbeschermer mee,” is het snelle antwoord. Mooi, dan zullen ze dat wel niet op de rekening zetten, maar gebruiken als compensatie voor het geleden ongemak. Enigszins opgelucht dat we nu eindelijk een afspraak hebben en ik de hoop koester dat ik vanaf komende donderdag een nieuw bed heb en waarschijnlijk beter kan slapen, verlaat ik de winkel. Maar ook bedenk ik: eerst zien of ze de afspraken echt nakomen en dan geloof ik het pas. Ook vraag ik met af hoe het gegaan zou zijn als ik deze ochtend een minuut later de winkel gepasseerd zou hebben en weer de deur weer volledig gesloten zou treffen. Zou men nog het initiatief genomen hebben om met mij contact op te nemen na mijn drie e-mails en vijf maal een voicemail inspreken?

Dit is een vervolgverhaal, klik op volgende voor de afloop
Afbeelding van OpenClipArt-Vectors via Pixabay

<< vorige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . volgende >>

Reacties zijn gesloten.