Het is alweer drie maanden geleden dat ik naar de kapper geweest ben. Toen ik nog maar een paar weken in Paramaribo woonde, ben ik naar de dichtstbijzijnde kapper geweest. Door het warme klimaat groeit het haar extra snel, dus op een avond ga ik weer naar die zelfde kapper. Volgens het bordje is de zaak open tot negen uur ’s avonds en dat is wel zo makkelijk als je na het werk nog wilt gaan. Het is nog geen 300 meter van waar ik woon. Het zaakje is gevestigd in een houten gebouwtje waar ook een bar-dancing en een kippenslachterij in zit. Die bar ziet er niet uit als een plaats om ’s avonds gezellig naar toe te gaan. Door de ramen zie ik altijd een lege ruimte met opgestapelde stoelen langs de kant. Voor de deur hangen dan vaak luidruchtige jongeren rond met brommers. Ook nu in de namiddag staan er twee brommers voor de deur bij de kapper. Binnen in de stoel zit een klant in behandeling en op de plastic stoeltjes in het wachtgedeelte zitten twee of drie klanten. Er is nog een stoeltje vrij, dus ik wens een ‘goedemiddag’ aan allen aanwezigen en ga zitten. Op een tv van redelijke omvang staat een nieuwsshow van Apinti aan. De klant in de stoel heeft niet veel haar, of nu niet meer. Een vaak voorkomend kapsel voor veel mannen hier is volledig kaal en goed glimmend. De kale schedel van de heer in de stoel wordt nog eens gepoetst en klaar is deze klant. Iemand uit het rijtje wachtenden zet het tv programma uit en stopt een muziek dvd in de speler. Het volume gaat op maximaal. Ik vraag mij af of dit nu een klant is of een kennis of vriend van de kapper. Die kapper zelf is nog vrij jong, misschien nog geen dertig en heeft ook niet veel haar. Die vriend zingt hard mee met de muziek en wordt steeds luidruchtiger. Er ontstaat een discussie met de kapper. Het gaat in het Sarantongo en het wordt steeds heftiger. Beiden moeten flink schreeuwen om boven de muziekclips uit te komen. De vriend maakt er weidse gebaren bij. Ik vraag me af of ze nou ruzie maken of niet. Gelukkig verdwijnt de vriend even later door de voordeur. De kapper zet de muziek zachter. Voor de klant in de stoel wacht er nog een scheerbeurt.
Als ik aan de beurt ben is de vriend er ook weer en het muziekvolume is weer naar maximaal gegaan. Hoe ik het hebben wil vraagt de kapper. “Gewoon een stukje eraf en niet te kort”, zeg ik altijd. Een schaar gebruikt deze kapper niet, iedereen wordt behandeld met de tondeuse. Alleen bij mij zet hij er een ander voorzetstukje op. Het gesprek of de ruzie met de vriend gaat op luide toon verder. Hij maakt er springende bewegingen bij, de kapper maakt af en toe een opmerking. Ik versta er nog steeds niets van. Ondertussen werkt de kapper door met zijn tondeuse, ik maak me geen zorgen, alles groeit wel weer aan. Bij het afrekenen moet ik 15 SRD betalen (zeg maar 4 euro) en ik heb nog wat haar over.
Op mijn werk zeggen ze; “zo, naar de kapper geweest, bij wie ben je geweest?” Als ik dan zeg: “die daar vlakbij die dancing”, dan zegt iemand: “ja, zo ziet het er ook ongeveer uit”.