Al ’s morgens in bed valt het op: het is een feestdag vandaag, het is Keti Koti. Normaal hoor ik al vroeg verkeer en de eerste lijnbussen komen al vanaf 5 uur ’s morgens voorbij in de straat waar ik op uitkijk. Deze ochtend blijft het stil. Om tien uur loop ik naar de supermarkt om vers brood te kopen. Alle winkels zijn dicht vandaag, behalve de Chinese supermarkten. Het valt op dat er in de buurt een serene rust heerst, die ongebruikelijk is voor een woensdag. In de wijk zie ik mannen de heg knippen en de vrouwen komen de supermarkt uit met een boodschappentasje. Ze lopen rustig alsof ze de hele dag de tijd hebben. Het is dan wel een feestdag, maar de festiviteiten beginnen pas echt in de namiddag en de avond.
Ik neem om half elf de bus naar de stad, het valt me mee dat er nog een bus rijdt op deze officiële vrije dag. De bus is niet vol en ik zit nog maar net, als de chauffeur aankondigt nog een rondje door de wijk Flora te rijden om mensen te zoeken. Bij een extra rondje door de straten vinden we nog mensen die met de bus mee willen en redelijk gevuld rijdt de bus naar het centrum. Iedere passagier betaalt 1.25 SRD aan de chauffeur en dat is zijn persoonlijk inkomen. Daarom rijdt de chauffeur alleen maar als de bus vol is.
In het centrum zie ik de eerste activiteiten bij het monument met de beeltenis van de slaaf Kwakoe op het gelijknamige plein. Het beeld van Kwakoe stelt een weggelopen en weer gevangengenomen slaaf voor, die het symbool werd voor de drang naar vrijheid. Keti Koti is een jaarlijks terugkerende feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken. Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Er kwamen ruim 45.000 oorspronkelijk uit Afrika ingevoerde slaven vrij, waarvan 34.441 slaven in Suriname. Sindsdien wordt het einde van de slavernij elk jaar op deze dag gevierd. Ondanks het feit dat slavenhouders voor elke slaaf met 300 gulden schadeloos gesteld werden, terwijl de vrijgemaakte slaven zelf niets kregen en het zware werk op de plantages ook nog tien jaar verplicht op contractbasis moesten blijven doen.
In Suriname heet deze dag officieel Dag der Vrijheden, maar de feestdag wordt ook wel informeel Kettingsnijden genoemd. Het is een feest voor alle inwoners en niet alleen voor de nazaten van de slaven. Onderdeel van de festiviteiten is Bigi Spikri (‘Grote Spiegel’), een kleurige parade in feestelijke en vaak traditionele kledij door het centrum van de stad.
Mijn voettocht voor vandaag gaat vanaf het Kwakoeplein naar De Waterkant, dan naar het Onafhankelijkheidsplein en als laatste naar de Palmentuin. Al op het Kwakoeplein spreek ik iemand van de organisatie en ik vraag hem wat er deze dag op 1 juli gevierd wordt. Opvallend is dat hij van mening is dat 1863 niet juiste jaartal is, luister zelf:
Voor een foto-impressie van de viering van Keti Koti klik hier.