Applaus voor de motorist. Twee keer eerder moesten we uit de korjaal stappen en een stukje over land lopen. Door de verminderde diepgang kon de boot dan wel over de rotsen en zandbodems van de ondiepe rivier getrokken worden. Nu, vlakbij het einddoel, raast de boot gevuld met twaalf personen met kundig gemikte precisie tussen twee ronde afgesleten rotsblokken door in het kolkende water van de stroomversnelling. Het is het einde van de droge tijd en door de lage waterstand zijn de dorpen gelegen aan de Surinamerivier moeilijker bereikbaar. Na de tocht van drie uur legt de korjaal aan bij de steiger van Danpaati River Lodge. Hier ga ik vier dagen doorbrengen te midden van de natuur. Bovenaan de trap van de steiger staan de dames van de huishoudelijke dienst klaar om de nieuwe gasten dansend en zingend welkom te heten. De lodge is prachtig gelegen op een eilandje in de rivier, vlakbij het Marrondorp Dan. Het bezoek aan Danpaati is sociaal verantwoord, aldus de folder. Samen met twaalf omliggende dorpen is er een zorgproject opgezet waarbij de lokale vrouwen worden opgeleid om voor de ouderen te zorgen. Een deel van de opbrengst van de lodge wordt geschonken aan de ontwikkeling van crèches voor de jongste kinderen en een mediatheek voor de oudere kinderen. Het vervoer en de all-in verzorging is dan ook wat duurder dan bij andere lodges gelegen langs de rivier.
Met een groepje van negen andere personen ben ik hier aangekomen op dit eilandje en na een warme lunch maken we kennis met onze gids voor de komende dagen, we mogen hem Frits noemen. Met zijn 22 jaar spreekt hij uitstekend Nederlands en woont in het dorpje Dan, vlakbij gelegen aan de overzijde van de rivier. Op de rondleiding over het eiland met een lengte van 700 meter en een breedte van zo’n 80 meter worden de belangrijkste zaken gewezen. Zoals waar mag je wel zwemmen en waar beter niet. Vlak bij de aanleg steiger kunnen pijlstaartroggen zitten en daar in trappen is pijnlijk. Een veiligere plaats is het zwembad op de zuidpunt van het eiland. We maken kennis met de huisdieren van de lodge, het kleine aapje Hannie en het stekelzwijn Kira.
De middag van deze eerste dag breng ik voornamelijk door in het zwembadje van 1.20 meter diep en ik kan er net vier zwemslagen in maken voor ik aan de overkant ben. Het klimaat op het eilandje is prettig fris en het voelt lang niet zo warm aan als in Paramaribo. Lastig vind ik de vele vliegen die steeds om je heen zoemen, maar dat is toch prettiger dan stekende muggen.
’s Avonds is het sfeervol dineren in de open lucht met het licht van olielampen en fakkels. De maaltijden zijn goed maar eenvoudig. In mijn hutje met zicht op de rivier is het ’s nachts zeker niet warm. De dunne deken is echt nodig.
Een prettige verrassing zijn de gratis yogasessies ’s morgens om 7 uur op het houten platform dat uitkijkt op een bocht in de rivier. Bij het warme licht van de opkomende zon en het vroege fluiten van de vogels worden de yogamatjes klaar gelegd. Vanaf dit platform op twee meter hoogte boven het zandstrandje is het uitzicht schitterend. De ronde rotsblokken spiegelen in het nog gladde water van de rivier en de zonnestralen die door de dauw boven het rivier prikken, brengen een mystieke sfeer. Jammer eigenlijk dat een deel van de yoga-oefeningen met gesloten ogen dient te gebeuren. Het groepje belangstellenden is niet groot, ongeveer zes gasten hebben het er voor over om vroeg op te staan. Ik heb het er graag voor over, want een rustige begin met het voorzichtig rekken van de spieren is een mooi begin van de dag.
Aan de overzijde van de rivier ligt het dorpje Dan met ongeveer 150 inwoners. Van de uitleg van Frits de gids begrijpen we dat er slechts vier families wonen. Het begrip familie heeft hier een andere betekenis dan in onze beleving, het gaat duidelijk om een grotere groep mensen. Iedere familie heeft een kapitein aan het hoofd. Onder leiding van de gids wandelen we door het dorpje. Het is nauwelijks mogelijk om zelfstandig een bezoek aan dit dorpje te brengen, dat zou door de inwoners niet geaccepteerd worden. Als reden wordt gegeven dat je dan misschien op verboden, of heilige plaatsen zou kunnen komen. In het bijgelovige bestaan van de bewoners zou dat ongeluk kunnen brengen. Het is misschien niet toevallig dat de dorpswandeling gedaan wordt in de ochtend, als de meeste inwoners aan het werk zijn op hun kostgrondje. De indruk is dat de meeste inwoners een schamel bestaan leiden. De hutjes van de gezinnen zien er uiterst eenvoudig uit met niet meer dan het meest noodzakelijke huisraad. Een gezin bewoont meerdere kleine hutjes, om te slapen, om te koken en voor de vrouw. Enkele stenen huizen vormen contrasten met de houten hutjes met een rieten of golfplaten dak. Gids Frits woont ook in een dergelijke hutje en hij wijst de hutjes van hem en zijn familieleden aan. De mensen hier hebben nauwelijks waardevolle bezittingen, maar lijken heel gelukkig. De gemeende vrolijkheid van de mensen hier vind ik bijzonder.
Aan de rand van het dorpje bezoeken we de Openbare Basisschool Beatrix. Het is net pauze en we kunnen uitgebreid spreken met de hoofdonderwijzeres. Het valt ons op dat er hier alleen vrouwelijke onderwijzers werken. “Mannen willen dit niet”, aldus de hoofdonderwijzeres. Het salaris is laag, ongeveer 400 euro per maand en bovendien zit men hier ver van de hoofdstad verwijderd. Ze zit hier nu voor drie jaar in dit dorpje Dan en dan wordt ze mogelijk naar een andere school ergens in het binnenland uitgezonden. “Het is een roeping, iemand moet het doen”, zegt ze en ik bespeur een zucht. Het schooltje moet overleven met heel weinig financiële middelen. Voor drinkwater moet men zelf zorgen door het regenwater op te vangen en in tanks te bewaren. Daarnaast is er ook geen elektriciteit, “al maanden niet”, zegt ze. Er is wel een elektriciteitsnet aangelegd en het dorp heeft een generator, maar er is al maandenlang geen brandstof. De overheid moet voor de brandstof zorgen, maar blijft in gebreke. Zaken als radio, tv en internet zijn hier een utopie. Mobiele telefoons zijn niet mogelijk, omdat ze niet geladen kunnen worden. Hoewel ik bij een paar hutjes in het dorpje wel kleine zonnepanelen heb gezien. Er is wel een beperkt mobiel netwerk met slechts één provider. Mijn telefoon heeft een andere provider, dus ik weet zeker dat ik de komende dagen niet gestoord kan worden. Al het onderwijzend personeel woont in keurige stenen huisjes tegenover de school. Omdat het pauze is, kunnen we in contact komen met de kinderen op het schoolplein. Ze hebben allemaal te eten volgens de ‘juf’ en zien er goed gekleed uit in het schooluniform. Al deze kinderen van kleuter- en basisschool leeftijd komen iedere dag met de ‘schoolboot’ uit de vijf omliggende dorpen. We nemen afscheid van deze lieve en zorgzame schooljuf, met hart voor haar vak, want we moeten verder van onze gids.
We hadden gehoord dat een deel van de inkomsten van de lodge besteed wordt aan projecten in het dorp, zoals een kindercrèche. Nu we deze crèche van dichtbij zien, komt het wat lachwekkend over. Het verhaal is dat het gebouw in eerste instantie bedoeld was als opvanghuis voor oudere bewoners van het dorp. Na de voltooiing van het tehuis bleek er geen behoefte meer te zijn bij de ouderen. De bestemming werd veranderd naar peutercrèche. Het gaas voor de waranda en het stalen hek rondom het vrij nieuwe gebouw komt vreemd over. De associatie met een dierentuin wordt snel gemaakt. De kinderen lijken opgesloten in een dierentuinkooi te spelen. Wij bezoekers snappen ook wel dat het gaas dient om de jonge kindjes te beschermen tegen ongedierte en de hekken om weglopen te voorkomen, maar toch ziet het er vreemd uit.
Interessant zijn de verhalen over de rituelen en het bijgelovige leven in het dorp. We zien de heilige offerplaatsen in het dorp, plaatsen waar geen foto’s gemaakt mogen worden. De vrouwen die in hun menstruatieperiode zijn, moeten zich afzonderen in het vrouwenhuis gedurende die dagen. Mannen mogen er niet in de buurt komen. Een belangrijk product van het dorp zijn pinda’s en pindakaas. Aan de rand van het dorp zien we akkertjes waar de pindaplantjes groeien. De vrouwen die we tijdens de rondwandeling ontmoeten houden zich bezig met het pellen van pinda’s. Op een krukje voor hun hutje gezeten, pellen ze geduldig hun pinda’s uit een schaaltje op de knieën. Een deel van de nootjes wordt gebruikt voor de pindakaas en ander deel van de nootjes voor de nieuwe aanplant.
Aan het slot van de rondleiding belt de gids de bootsman, die hebben wel een telefoonkaart van DigiCel.
In de middag ga ik met een paar andere gasten baden in de sula. Op de punt van het eiland is een stroomversnelling en is er midden in de rivier een plateau van rotsblokken. Met een drietal peddelbootjes gaan we er heen. Die peddelbootjes blijken minder stabiel dan de korjalen. Drie van mijn medereizigers demonstreren ongewild dat omslaan met de peddelboot makkelijk gaat. Het water van de rivier is lekker warm, de gezonken slippers worden teruggevonden, maar die ene zonnebril zakt onvindbaar naar de bodem van de rivier. Het bubbelbad van de stroomversnelling is spectaculair lekker. Men noemt het hier ook wel de jacoussie. Het warme snelstromende water geeft je een intensieve massage. Alleen je moet je wel goed vasthouden, of je schrap zetten met je voeten tegen een steen onder water. Doe je dat niet dat neemt de sterke stroom je vanzelf mee richting Atjoni.
Na het diner geeft een groepje van tien vrouwen uit het dorp een demonstratie van hun traditionele zang- en danskunst. Het zijn liederen die nog stammen uit de tijd van de slavenarbeid op de plantages. Spreken onder het werk was verboden, maar zingen mocht wel. Men zong en communiceerden in hun eigen lokale taal, een taal die de eigenaren van de plantage niet verstonden. De dames oogsten veel succes met hun dans waarbij het achterwerk bewegingen maakt die voor onze begrippen onmogelijk zijn. Helaas duurt dit optreden maar een half uur. Bij eerdere reizen in Suriname heb ik culturele muziek en dansavonden meegemaakt waarbij het feest tot aan middernacht doorging. Hier nemen de dames om tien uur weer de korjaal naar hun dorp terug. De gasten van de lodge verlaten de bar en zoeken hun hutje met rivierzicht op.
Het is prettig ontwaken in mijn comfortabele hut met uitzicht op de rivier. Er is een goede klamboe en met het licht van de opkomende zon, even na zes uur en het getjilp van de vogels wordt je zonder wekker wakker. Als ik dan uit mijn raampje kijk zie ik de zon opkomen vanachter het dichte oerwoud en weerspiegelen in de rivier. Op het tafeltje op mijn waranda heeft de huishoudelijke dienst al een dienblad met koffiespullen neergezet. Vanochtend staat de boswandeling op het programma, maar eerst nog een uurtje yoga voor beginners en dan het ontbijt.
De boswandeling is vooral een les in het overleven in het bos. Van de gids leren we dat om te overleven in het regenwoud je drie dingen moet meenemen: een kapmes, zout en lucifers. Dat kapmes dient als verdediging, voor het bouwen van een beschutting voor de nacht en voor het oogsten van vruchten. Zout is belangrijk om je te beschermen tegen uitdroging. De lucifers, of een aansteker, zijn nodig om je voedsel te bakken en braden. Al aan het begin van de wandeling wordt geleerd dat het geen lianen zijn waar een Tarzan mee door het oerwoud slingert, maar dat het luchtwortels zijn. Een liaan breekt te gemakkelijk af. De twee uur durende tocht in een ruime boog rondom het dorpje Dan blijkt een culinaire beleving. Ontelbare vruchten en noten van de grote verscheidenheid aan bomen blijken eetbaar. Met zijn grote kapmes oogst Frits vruchten uit de bomen en pelt ze open. We moeten proeven. Ze zijn lekker, soms bitter, maar altijd voedzaam. Drinkwater is te vinden als je de juiste plant weet te vinden. Een snede met het kapmes en een flinke straal water loopt er uit, genoeg om te drinken en uitdroging te voorkomen. Een leerzame tocht, waarbij het spreekwoord: ‘honger maakt rauwe bonen zoet’, opnieuw tot leven komt.
Ja en verder, wat is er nog meer te doen op het eiland? Een avondboottocht bijvoorbeeld. Pas om negen uur ’s avonds bij halve maan stappen we opnieuw in de korjaal voor een eindje varen op de rivier. Met het licht van zaklampen kijken we uit naar de nachtdieren en kaaimannen in het bijzonder. Minstens twee kaaimannen zien we vanaf de oever geluidloos de rivier inglijden. Vlakbij het ‘mannenstrand’ wordt een kaaiman van heel dichtbij gezien. Gevangen in het licht van de lamp van de motorist lijkt het dier in zijn houding te verstijven. De kop licht geheven en met een starende blik vooruit. Met een snelle greep met twee handen vangt de bootsman het beest vanuit het ondiepe water. Als hij het beest van dichtbij aan ons laat zien, houdt de kaaiman zich onbeweeglijk. Pas als het reptiel zijn vrijheid terugkrijgt zoekt hij langzaam kruipend de bescherming van begroeiing.
Op het eiland Danpaati zou je gemakkelijk meerdere dagen kunnen verblijven. Het is er rustig, je kunt er genieten van de rivier, de vogels en de brulapen in het bos. Het is er zeer ecologisch en men gaat met respect met de natuur om. Het is er schoon en netjes en men voorkomt onnodig afval. Flesjes water moeten opnieuw gevuld worden uit een bronwatertap en afvalbakken zijn haast nergens te vinden. De maaltijden zijn goed en degelijk, maar niet overdadig luxe en dat vind ik prima. Een verblijf van vier dagen is uitstekend, in die dagen kun je alles rustig doen wat de omgeving te bieden heeft. De mensen zijn zeer vriendelijk en in een vrolijke stemming. Het programma is makkelijk aan te passen naar eigen voorkeuren. Langer blijven lijkt mij goed mogelijk als je daarop voorbereidt door een passende tijdsbesteding mee te nemen, zoals boeken of schrijfwerk. Een tocht naar het in de buurt gelegen Marronmuseum is mogelijk tegen bijbetaling voor de kosten van de boot. De flexibiliteit en klantvriendelijk van het resort blijkt als we zelf voorstellen om het Marronmuseum in het dorp Pikin Slee op de terugweg naar Atjoni te bezoeken. Het blijkt mogelijk zonder meerkosten en de vertrektijd vanaf het eiland vervroegen is gewoon mogelijk. De lunch waar we die dag recht op hebben wordt zonder moeite en regelen geserveerd vanuit de keuken in het Marronmuseum.
Bijna vier dagen lang hebben we schitterend zonnig weer op het eiland. Op de terugvaart in de boot valt er een korte regenbui. Het lijkt het begin van de regentijd in te luiden, want als we eenmaal in de bus van Atjoni naar Paramaribo zitten gaat het pas goed regenen.
19 december 2015
Voor meer foto’s van Danpaati, klik hier. Tip voor het password: mijn woonplaats in Nederland